Aan het eind van de negentiende eeuw was het onder welgestelde dames mode om hoeden met bijzondere veren te dragen: jaarlijks werden voor dit doel in Europa zo’n vijf miljoen vogels gedood. Om het nog spectaculairder te maken werden er op een gegeven moment zelfs hele vogels op hoeden gedrapeerd. Deze mode leidde tot een felle tegenreactie én de oprichting van een van de eerste natuurbeschermingsorganisaties van Nederland: De ‘Bond ter Bestrijding eener Gruwelmode’ in 1892. Ook in de De Hollandsche Lelie vinden we artikelen van deze bond, die de lezeressen dringend opriep om hier niet meer aan mee te doen.
Ik had al weleens afbeeldingen van dit soort hoofddeksels gezien, maar vond het toch lastig om me voor te stellen hoe ze er in het echt uitzagen. Dankzij de tijdelijke tentoonstelling van de hoedenverzameling van Tiny Meihuizen-Wijker in het Utrechtse Centraal Museum kon ik ze vorige week opeens van dichtbij bekijken. Via de spiegel erachter kun je zelfs uitproberen hoe je er zelf uitziet met zo’n gevaarte op je hoofd. Echt bizar, we kunnen alleen maar blij zijn dat deze mode inmiddels al lang weer tot het verleden behoort.
De expositie is nog te zien tot 29 september 2024, zie voor meer informatie Mode – Chapeau — Centraal Museum Utrecht.